AMSTELVEEN KAN BETER
Bijdragen van RvW aan het publieke debat. |
In discussies verwijzen mijn oponenten graag naar een weblog dat Henk
Blanken, destijds adjunct-hoofdredacteur van het Dagblad van het Noorden (geloof
ik) schreef. Ik plaats het hier, met het verzoek om vooral ook mijn verweer en
andere commentaren te willen lezen. Henk Blanken schreef namelijk wel dat zijn
blog over mij ging, maar in werkelijkheid hadden wij elkaar nooit gesproken of
geschreven. Dit is in strijd met een hoofdregel van de journalistiek. Het
vervelende is dat ook een weblog van een foute journalist een journalistieke
status en gezag heeft. Afijn, oordeel zelf. De volledige discussie staat
op genoemde website van De Nieuwe Reporter. Als verweer tegen dit smadelijke
stuk plaats ik hier alleen een paar reacties af die minstens evenveel aandacht
verdienen als dit rotstuk van Henk Blanken.).
De querulant en de journalist
Dit stuk gaat over Robert van Waning, Albert van der Vliet en “Flipper”. En over
die honderd-en-nog-wat andere beroepsquerulanten waarmee je als
dagbladjournalist vroeg of laat te maken krijgt. Met die honderdnogwat kan ik er
naast zitten, maar na jaren van liefdevolle ergernis en geagiteerd mededogen –
je doet wat je kunt qua lezersbinding – durf ik de stelling aan dat ik er geen
veelvoud van honderd naast zit. Leer mij ze kennen.
Laatst nog. Schreef Thom Meens, de ombudsman van de Volkskrant, over de
ongezouten kritiek van zijn lezers op hun dagblad. De redactie wordt dood
gewenst, de correspondent in Frankrijk moest worden ontslagen, en overigens zijn
journalisten onbekwaam, ondeskundig, vooringenomen en lui. Aldus die lezers dus.
(Zie ook Jeroen van Bergeijk over The New York Times en Maarten Reijnders over
lezersbijdragen)
Meens heeft in de twee jaar dat hij de belangen van de lezer behartigt – want
dat is ongeveer de taakomschrijving van de ombudsman – niet eerder zoveel vuil
over zich heen gekregen als nu. Als hij durft te stellen dat bloggers zich ook
aan journalistieke principes zouden moeten houden, althans de bloggers op
volkskrantblog.nl, dan is het huis te klein.
Een lezer in het bijzonder heeft het op Meens begrepen. De lezer die door de
redactie van volkskrantblog is uitgemaakt voor zeurpiet: “In de twee jaar dat ik
nu ombudsman ben, heb ik van niemand méér e-mails gehad dan van deze lezer.
Alles is beantwoord, vaak vond ik dat hij gelijk had. Op dat ene punt na: hij is
aanhoudend, sommigen vinden dat hij daardoor zeurt.”
Ik ken die lezer, ook al wordt hij niet met name genoemd. Die lezer is De
Querulant. Goeie kans dat het Robert van W. is, of de alomtegenwoordige
“Flipper”, maar zoals zij zijn er velen. De Querulant heeft tijd en
overtuigingen te veel die hij elke dag weer opnieuw per brief, mail, telex en
postduif naar alle denkbare brievenrubrieken stuurt. Meestal worden de brieven
ongeopend gelaten, en vaak niet eens meer geretourneerd – lang geleden is De
Querulant al te verstaan gegeven dat hem de toegang tot de kolommen is ontzegd.
Maar soms slipt hij erdoor. Omdat een nieuwe brievenredacteur nog niet ontgroend
is, en nog geen kennis heeft mogen maken met de zwarte lijst. Daarop staan de
namen van De Querulant en zijn soortgenoten. Soms staan er opmerkingen achter
die namen: “In geen geval terugbellen; knettergek!” is de mildste die ik me
herinner. In dit geval betrof het een man uit Eindhoven of Best, die al gek was
toen ik nog voor Het Vrije Volk werkte en die nog gekker bleek toen ik pakweg
tien jaar nadien in een Atex-bak van de Volkskrant de lijst met Nooit Meer Naar
Luisteren-lezers ontdekte.
Querulanten hebben hun voorkeuren, maar proberen het evengoed bij elk denkbaar
medium. Daarom vertonen zwarte lijsten van querulanten grote overeenkomsten, van
krant tot krant. Zoals ook de practical jokes overal gelijk zijn: een nieuwe
collega krijgt altijd de opdracht De Querulant telefonisch aan te zeggen dat
zijn bijdrage niet deugt, met argumenten uiteraard. Zo’n gesprek duurt eeuwig en
eindigt pas als het groentje witheet de hoorn op de haak gooit, en volkomen
ontdaan over de redactie gilt: “Wie was die gek?”
In de Nieuwe Journalistiek, die wel luistert naar de lezer en de lezer als
producent van nieuws en opinie en achtergronden serieus neemt, in die nieuwe
journalistiek vervult De Querulant de rol van bewijs uit het ongerijmde, van
uitzondering die de regel bevestigt. Hij is de lezer naar wie je nooit moest
luisteren, en ook nu niet. Hij is, als hierboven al aangegeven, knettergek.
Dat stelt fora als volkskrantblog.nl en het forum van mijn krant, Dagblad van
het Noorden, natuurlijk wel voor een probleem. Als je open wilt zijn, geen
barrières wenst op te werpen, als je transparant wilt zijn en dus wilt laten
zien wie je de toegang ontzegt en waarom, als je het allemaal een beetje
probeert te doen in overeenstemming met De Nieuwe Beginselen, heb je handen vol
werk.
Het is wat ik eerder de Wet van Behoud van Bagger noemde: je ontkomt niet aan
ze, ze blijven je volgen, ze zijn De Querulant. En je kunt niet beter doen dan
ze negeren, en ondertussen duidelijk maken aan iedereen die het wil horen dat je
geen andere keuze hebt. Als je ze toelaat, met hun gezeur en hun getreiter,
overspoelen ze al de veel talrijker lezers die wel wat te melden hebben.
Bij Dagblad van het Noorden dreigde het open forum te verzuipen onder de
pesterijen van een dozijn “trollen”. Dat zijn querulanten die niet zozeer gek
zijn, integendeel, maar wel lastig: ze trekken zich van god, gebod noch
spelregels iets aan en hebben geen ander doel dan te treiteren. Andere lezers
haakten af, en lieten ons dat weten. Sinds we De Querulanten met een IP-ban
buiten de deur proberen te houden, gaat het veel beter. Het forum is nog steeds
geen hoogstaand platform voor burgerjournalistiek, maar bij tijden wel
informatief.
Een lang verhaal om duidelijk te maken dat ik met Thom Meens meevoel. Ja, een
zeurpiet is een zeurpiet en mag best zo genoemd worden. Maar dat dozijn
Querulanten en Trollen mag niet verhinderen dat we Nieuwe Journalistiek gaan
bedrijven. Hun bijdragen, hoe luid die ook klinken, zijn niet representatief
voor wat burgerjournalistiek vermag. Dat weet de Oude Journalistiek ook
eigenlijk wel. Meens kent zijn zeurpieten.
Iemand zou ooit onderzoek moeten doen naar de Honderd Ergste Querulanten in
Nederland – ik denk dat hun verhalen samen een verbijsterend boek opleveren over
zonderlingen, dorpsgekken en Hadjememaars. Of bestaat dat boek al, is dat
onderzoek al gedaan?
22 reacties
Mark Deuze *) schreef op 3 januari 2006 om 20:02
Onderzoek naar deze mensen zou inderdaad mooi zijn. Maar ik wil toch ook graag
verwijzen naar bestaande theorievorming over het type gedrag waarover Henk
schrijft. In de sociale wetenschappen wordt dit ook wel met een duur woord
“deindividuation” genoemd(ik zou zo gauw de Nederlandse vertaling niet weten).
Daarmee wordt bedoeld dat de relatieve anonimiteit van open online discussies
mensen zichzelf even doet vergeten, waardoor ze op de site, zonder anderen in
acht te nemen, flink tekeer gaan. Ze verruilen hun ego voor de groep als het
ware, en aangezien die ‘groep’ vooral in redelijk prille online gemeenschappen
(zoals die van de Volkskrantblog of het Dagblad van het Noorden) vooralsnog
behoorlijk los zand zijn, lijkt het logisch dat mensen daardoor de grenzen gaan
verkennen van het mogelijke en betamelijke. Hetzelfde onderzoek (van Postmes en
anderen) suggereert ook dat, eenmaal redelijk coherent en bekend, de groep het
weer zal winnen en zelf ongeschreven normen en regels zal handhaven. Dat laatste
zie je terug in het succes van collectief gemodereerde discussiesites zoals
Slashdot.
Ik wil het bestaan van ‘gekken’ niet betwisten (ik schrijf zelf ook veel te veel
over van alles), ik wil wel wijzen op de potentie van collectieve
intelligentie (in de woorden van de Franse cyberfilosoof Pierre Levy).
Berry schreef op 4 januari 2006 om 10:29
[..]
De afstand in tijd en ruimte tussen papierenkrantenredactie en
papierenkrantenlezers zoals die bestaat bij papieren kranten, blijft op
krantensites voelbaar. Om zinvolle relaties tot stand te brengen, is dan ook
meer nodig dan tijd, zoals Mark Deuze oppert. Het vergt een volledige
herbezinning op de functies van de krant, de schrijfstijl, de professionele
identiteit van de journalist en de relaties die hij onderhoudt met de lezer, en
de positie die de lezer krijgt toebedeeld. Ik vraag me af of kranten in staat
zijn tot een dergelijke omschakeling.
Cpt. Iglo schreef op 7 januari 2006 om 12:08
Naar aanleiding van het stukje van Henk Blanken heeft iemand op het
volkskrantblog een stukje geschreven, waardoor ik erop geattendeerd werd. De
reactie die ik bij de volkskrantblogster heb achtergelaten heb ik weer verwerkt
in een stukje op mijn eigen webzijde. Hij begint met: “Het stukje van de heer
Blanken is typerend voor de zelfoverschatting waaraan veel Nederlandse
‘journalisten’ lijden. En wat is die man nu helemaal?”
Robert van Waning schreef op 7 januari 2006 om 15:00
U plaatst wel een link naar de weblog van collega Thom Meens en niet naar die
van mij en van de andere ‘querulanten’.
Hopelijk levert mij dat ook nog een paar inhoudelijke reacties op, en niet
louter gepapegaai en persoonsgerichte aanvallen op basis van .., ja van wat
eigenlijk?
albert van der vliet schreef op 10 januari 2006 om 07:52
Als ik deze pompeuze website niet zo onbelangrijk vond, had ik een klacht
ingediend bij de Raad voor Journalistiek. Henk Blanken (regentesk hoofredacteur)
noemt mij een querulant, maar toont met geen enkel woord aan waarom hij mij als
zodanig betitelt. Een kwestie van smadelijke belediging en van de klok horen
luiden en niet weten waar de klepel hangt. En dat noemt zich journalist.
Veel sterkte toegewenst.
Albert van der Vliet,
drs. Communicatiegeschiedenis.
Robert van Waning schreef op 12 januari 2006 om 16:21
Misschien kan Mark Deuze vertellen of alleen burgerjournalisten, webloggers en
andere gekken, trollen, zeurpieten en querulanten verschijnselen van
de-individualisering vertonen, of dat ook journalisten zulke menselijke trekjes
gaan vertonen als zij zich onder-ons wanen of zich gezamenlijk bedreigd voelen?
Het valt namelijk op dat de heren het zo ontzettend met elkaar eens zijn. In hun
collectieve zelfverblinding ontgaat het hun dat juist zíj zich op het
vermeend-anonieme weblog onbetamelijk gedragen, onnodig persoonlijk worden,
schimpen en schelden, denigrerende naamsgrappen verzinnen, kritische bijdragen
van hun weblog verwijderen en zelfs dreigen om, in flagrante strijd met
gebruiksvoorwaarden, hele weblogs te verwijderen! Je kunt niet zeggen dat zij
hun ego verruilen voor de groep, want bij veel journalisten ís de groep hun ego.
Henk Blanken schrijft: “Dit stuk gaat over Robert van Waning, Albert van der
Vliet en “Flipper”. En over die honderd-en-nog-wat andere beroepsquerulanten
waarmee je als dagbladjournalist vroeg of laat te maken krijgt. Leer mij ze
kennen.”
Hoe kan Blanken mensen kennen die hij nog nooit heeft gesproken of geschreven?
Ik ken hem in ieder geval niet. Ook nooit van hem gehoord. Wat een wonderlijke
opvatting hebben Nieuwe Journalisten toch over het door de Oude Journalistiek
gespecteerde beginsel van ‘hoor en wederhoor’.
Jeroen Mirck is zó tevreden over zijn eigen originaliteit, dat hij nu al voor de
derde of vierde keer ‘Van Waanbeeld’ noemt. Maar zelfs dát kan het wij-gevoel
van de Nieuwe Reporter niet bederven. Zelfs het gemis aan zelfkritiek blijkt
wordt collegiaal gedeeld. Samen tegen de rest!
Henk Blanken schrijft: “Een lang verhaal om duidelijk te maken dat ik met Thom
Meens meevoel. Meens kent zijn zeurpieten.” Nu ken ik Thom Meens inmiddels goed
genoeg (en hij mij) dat ik bijna zeker weet dat hij níet met Blanken meevoelt.
Tussen die twee zit een wereld van verschil. Geef mij maar de Oude
Journalistiek, want de Nieuwe is bagger.
Mark Deuze
*)
schreef op 12 januari 2006 om 18:41
@Robert: het moge duidelijk zijn dat iedereen – beroepsjournalisten, blogger,
querulant (wat een Woord) en wat dies meer zij – nog steeds op zoek is naar de
‘waarden en normen’ online. Niemand is er uit wat wel en wat niet kan – zeker,
er zijn genoeg spelregels op het net (‘Netiquette’, ‘cyberethiek’, gedragscodes,
etc.), maar die zijn niet noodzakelijkerwijs gebaseerd op consensus.
Dat laatste raakt misschien wel de kern van het hele ‘hoever kan je gaan’-debat
vandaag de dag: er zijn geen op consensus gebaseerde waarden en normen meer,
alles is voortdurend in onderhandeling en het zal van collectieve goede wil en
gemeenschappelijke controle afhangen hoe ‘goed’ of ‘slecht’ het gaat.
En tja, die discussie is voor ‘oude’ journalisten net zo nieuw als voor ‘nieuwe’
journalisten.
Robert van Waning schreef op 13 januari 2006 om 12:15
Mark Deuze, je bent duidelijk. Dat bleek ook afgelopen disndag bij de VPRO op
Radio 1.
Elders schreef je dat iedereen nu journalist is. Ik denk (hoop) niet dat je
gelijk hebt, noch zult krijgen. De journalistiek moet er alleen aan wennen dat
zij haar belangrijke maatschappelijke functie van informatie-selecteerder,
-duider en -distributeur en die van opinieplatform en -leider nu echt waar zal
moeten maken, niet alleen tegenover hun hoofdredacteuren en collega’s maar ook
tegenover een publiek dat dankzij allerlei ontwikkelingen niet langer genoegen
hoeft te nemen met gepasseerde vormen van autocratie, monopolisme en de daarbij
behorende arrogantie.
Burgers moeten net zomin journalisten worden als dat alle straatvoetballers
profs worden. Journalisten moeten echter wel meer burgers worden. Maar dan wel
burgers die niet alleen een vak hebben geleerd en dat ook beheersen maar die ook
de oude journalistieke standaarden van integriteit, geloofwaardigheid,
betrouwbaarheid, onafhankelijkheid, hoor en wederhoor, et cetera in stand willen
en kunnen houden. Nu meer dan ooit.
Henk Blanken schreef zoiets dat redacties de verantwoordelijkheid voor hun media
misschien moeten delen met hun lezers/kijkers/luisteraars. Kan het nog gekker?!
Dat willen de meeste bloggers ook helkemaal niet. Zij willen alleen als burgers
hun rechten en mogelijkheden kunnen benutten, en waar nodig bevechten op
institituties die zich daar nogal krampachtig tegen verzetten. Zoals de
journalistiek.
(Bovenstaande schreef ik zojuist gedeeltelijk ook op jouw eigen weblog, maar dat
leest natuurlijk niemand meer. Het vervliegt allemaal zo snel..)
Robert van Waning schreef op 13 januari 2006 om 12:24
Dank je wel, Henk Blanken, voor dit platform, waarop het, zoals je schreef, over
mij ging. Ik heb weer naar hartelust kunnen queruleren en mensen lastig kunnen
vallen met ‘gezeur en getreiter’. De andere bezoekers begrijpen heus wel dat je
geen andere keuze had. En wat ga je nu doen met mijn bijdragen? Weggooien, zoals
je altijd al deed bij de Volkskrant?
Robert van Waning schreef op 14 januari 2006 om 14:04
[@Jeroen Mirck], je blijft sommige kritische lezers nu wel consequent
‘beroepsquerulanten’ noemen, maar in feite doen zij meestal weinig anders dan
wat journalisten doen: Stukkies en brieven schrijven over dingen die wij
belangrijk vinden of om andere redenen de moeite van het schrijven waard zijn.
Omdat de journalistiek zich voornamelijk bezig houdt met het bekritiseren van
politiek en bestuur, volgen wij op onze beurt de journalistiek op kritische
wijze. Wij doen dit alleen niet beroepsmatig, en wij vragen dus geen geld voor
onze inspanningen. Omdat wij geen professionals zijn, ligt het niveau van onze
schrijverij (ondanks onze vaak hoge opleiding) meestal onder dat van
broodschrijvers. Maar dat mag toch geen reden zijn om ons de vrijheid van
meningsuiting te ontzeggen?
De reacties die ik van beroepsjournalisten krijg, zijn hoogst merkwaardig. Ook
al probeer ik zinnige dingen te schrijven en gebruik ik geen onvertogen woord en
speel ik niet op de persoon maar op de bal, dan tóch word ik telkens weer
uitgemaakt voor gek, onzinnig, hinderlijk, zeurpiet, paranoïde, trol,
(beroeps)querulant, et cetera. Het lijkt wel een soort Pavlov-reactie op het
zien van bepaalde namen, ongeacht wat zij schrijven.
Mark Deuze
*)
schreef op 14 januari 2006 om 15:02 Robert schrijft: “De journalistiek moet er alleen aan wennen dat zij haar belangrijke maatschappelijke functie van informatie-selecteerder, -duider en -distributeur en die van opinieplatform en -leider nu echt waar zal moeten maken”, en maakt in die post nog meer sterke opmerkingen.
@Robert: ik denk dat je volkomen gelijk hebt – en juist daarom is het zo
jammer dat zo weinig journalisten de uitdagingen van nieuwe media en een
veranderende samenleving zo optimistisch interpreteren zoals jij.
Ik ben het met je eens: de ‘nieuwe’ media ecologie biedt de
journalistiek tal van mogelijkheden het werk beter, kritischer, transparanter,
interactiever, enz. te doen.
Robert van Waning schreef op 14 januari 2006 om 16:54
Godzijdank, Mark Deuze, ik begon mij al af te vragen of journalisten ondertussen
allemaal waren als de geborneerde, wrokkige, angstige lieden van wie ik alleen
maar stront naar mijn hoofd krijg. En dat terwijl er nauwelijks een grotere fan
van journalistiek bestaat dan ik. Ik lees te weinig boeken omdat ik te veel
kranten lees, in vier verschillende talen als het moet. Maar dan bedoel ik de
echte, de goede, de waarde- en zinvolle en volstrekt onmisbare journalistiek!
Die bestaat gelukkig nog steeds, maar houdt zich (verstandigerwijze?) verre van
‘nieuwe reporterdom’ dat zijn superieure kennis van internetprogrammatuur
misbruikt voor een machtsgreep op gevestigde media die tegen de stroom in
proberen hun hoge standaarden te bewaren.
|