AMSTELVEEN KAN BETER
Klacht bij Nationale Ombudsman Aan Nationale Ombudsman Postbus 93122 2509 AC DEN HAAG Herzieningsverzoek inzake Rapport nummer 2012/194 inzake Van Waning / Amstelveen. Amstelveen, 19 december 2012 Geachte Nationale Ombudsman, De beoordeling en conclusie in uw Rapport nummer 2012/194 betreffende mijn klacht over het college van burgemeester en wethouders van Amstelveen hebben mij verrast en teleurgesteld. Sterker nog: Ik begrijp er helemaal niets van. Met name bij de beoordeling van deze klacht lijkt iets mis te zijn gegaan. Ik verzoek u bij deze dan ook om een herziening van uw oordeel en conclusie. Geen oordeel, maar wel een conclusie. Op 13-01-2012 had ik bij u een klacht ingediend over het feit dat b&w het (snor)scooterverbod in het voetgangersgebied van het Amstelveense Stadshart niet handhaven en zodoende niet effectief optreden tegen alle vormen van overlast die (snor)scooters � ondanks een uitdrukkelijk verbod - veroorzaken ten koste van bezoekers en bewoners daarvan. U wenst geen oordeel te geven over mijn klacht dat het college van b&w niet op een juiste wijze en ook niet effectief handhavend optreedt tegen de overlast die bewoners en bezoekers van het Stadshart ondervinden. Dit komt er op neer dat u tien maanden nodig heeft gehad om uzelf in deze kwestie niet ontvankelijk te verklaren. Niettemin concludeert u dat mijn klacht niet gegrond is terwijl ik op allerlei manieren heb aangetoond dat het handhavingsbeleid van b&w van Amstelveen gebrekkig en en ineffectief is. (Snor)scooters rijden en staan daarom ook nog steeds in het voetgangersgebied van het Amstelveense Stadshart. Behoorlijke behandeling van het verzoek om handhaving? U geeft w�l een oordeel over een klacht die ik niet had ingediend, namelijk over de vraag of b&w op een behoorlijke wijze zijn omgegaan met mijn verzoeken om handhaving. U noemt daarvoor een aantal voorwaarden die geen van alle door het college zijn vervuld. Uit alles is namelijk gebleken dat b&w niet alleen (nog steeds) volharden in hun weigering om een geldend en noodzakelijk verbod op grond van de APV te handhaven, maar ook dat zij op verzoeken tot handhaving consequent hebben gereageerd met kluitjes-in-het-riet, draaierijen, rookgordijnen, aperte onwaarheden en - adding insult to injury - zelfs een persoonlijk aanval in de pers. De gemeente heeft Amstelveen g��n persoonlijk contact met mij opgenomen naar aanleiding van mijn herhaalde verzoeken om handhaving�. Er is dus niemand van de gemeente langs geweest om de situatie te bekijken, te beoordelen en te bespreken waar met name de knelpunten en eventuele mogelijkheden zaten. B&W hebben dus zeker niet geprobeerd om in samenspraak met mij te zoeken naar een snelle en informele oplossing van het probleem. Sinds 2008 had ik in het Wijkplatform Stadshart gepleit voor het weren van (snor)scooters in het voetgangersgebied van het Amstelveense Stadshart. De heer Herbert Raat, thans wethouder van Financi�n, Jeugdzaken en Handhaving, was toen nog als VVD-raadslid vaak op die bijeenkomsten aanwezig. Hij profileerde zich daarbij als een fervent voorstander van effectieve bestrijding van scooteroverlast in het algemeen en in het Stadshart in het bijzonder. Het gemeentebestuur heeft echter alle signalen, verzoeken en telefonische klachten van bewoners van het Stadshart consequent genegeerd, zelfs nadat Herbert Raat wethouder was geworden. Begin maart 2010 heb ik mij voor het eerst tot b&w van Amstelveen gewend met een uitgebreide schriftelijke klacht over de aanwezigheid van (snor)scooters in het voetgangersgebied. Een afschrift hiervan heb ik als ingezonden brief gestuurd naar het Amstelveens Nieuwsblad gestuurd, die deze op 3‑3‑2008 integraal heeft geplaatst. In die brief schreef ik onder andere dat Amstelveen de enige gemeente lijkt te zijn die (snor)scooters structureel toelaat in winkel- en voetgangersgebieden, ondanks dat zij meer overlast, hinder, luchtvervuiling en gevaar veroorzaken dan andere motorvoertuigen. Op 27-04-2010 schreef de gemeente dat zij bezig was met een wijziging van de APV zodat het snorfietsers en brommerrijders verboden wordt om zich op het Stadsplein te begeven. Nadat was gebleken dat dit verbod niet werd gehandhaafd, heb ik dit gemeld aan de afdeling Handhaving van de gemeente. De manier waarop b&w en ambtenaren van Amstelveen sindsdien hebben gereageerd op klachten over overtredingen van het scooterverbod in het voetgangersgebied van het Amstelveense Stadshart zijn te kwalificeren als ontwijkend, onwillig, onkundig, misleidend en soms zelfs ronduit leugenachtig: Op 5-10-2010 schreef de heer Frank Voorbij van de afdeling Handhaving dat inderdaad was vastgesteld dat �vooral brommers en snorfietsen voor overlast op het Stadsplein zorgen� maar dat daarvoor nu een verbod was ingesteld. Dit verbod werd echter uit onwil en onkunde niet gehandhaafd. Op 1-8-2011 schreef wethouder Herbert Raat (VVD, o.a. Handhaving): "Rijwielen (waaronder scooters) mogen volgens recente jurisprudentie*) alleen zonder waarschuwing worden weggehaald wanneer zij voor aantoonbaar gevaar zorgen." Dit was (en is nog steeds) domweg niet waar. Wethouder Raat verwoordde dit onjuiste standpunt ook in het Amstelveens Nieuwsblad. Als de wethouder contact met mij had opgenomen, was deze vergissing snel uit de wereld geholpen. Dit is uit pure onwil en onkunde niet gebeurd. Op 12-1-2012 schreef wethouder Raat: �Zoals al eerder aan u aangegeven zullen wij het hierover niet eens worden.� De wethouder was zich er kennelijk nog steeds niet van bewust dat hij zich baseerde op een verkeerde uitleg van de door hem genoemde jurisprudentie*). Uit onwil en onkunde. Op 25-1-2012 reageerde wethouder Raat in het Amstelveens Nieuwsblad met een persoonlijke aanval op de klacht die ik had ingediend. U heeft terecht geoordeeld dat mijn klacht over dit blijk van onwil en van een gebrek aan bestuurlijk fatsoen gegrond was. Op 16-2-2012 schreven b&w: �Er wordt wel degelijk gehandhaafd. In 2011 zijn er door politie en gemeente meer dan 200 bekeuringen uitgeschreven in het stadshart m.b.t. de door u geconstateerde overtredingen." Dit is onjuist en getuigt van onwil en onbetrouwbaarheid. In werkelijkheid was er voor overtreding van het scooterverbod in het stadshart namelijk niet ��n bon uitgeschreven, noch door de politie noch door gemeentelijke handhavers! Op 28-2-2012 schreven b&w naar aanleiding van mijn klacht bij de Nationale Ombudsman: �Ik betreur het overigens dat u betwijfelt of er werkelijk meer dan 200 bonnen zijn uitgeschreven. Daarmee trekt u mijn integriteit in twijfel en dat kunt u niet zomaar doen.� Behalve onwil blijkt hieruit ook weer dat b&w van Amstelveen niet betrouwbaar zijn. B&w schreven verder: �Tenslotte speelt hier dan ook nog mee dat wettelijk is bepaald dat bekeuringen aan bestuurders van fout geparkeerde scooters in persoon moeten worden overhandigd. De wachttijd die daarmee vaak gemoeid is betekent dus gelijk een verlies aan capaciteit voor de inzet op veiligheid.� Dit is onjuist en getuigt niet alleen van van onwil maar ook van onkunde en onbetrouwbaarheid. Dat van die persoonlijke overhandiging is in tegenspraak met wat b&w op 1-8-2012 schreven: �De bestuursrechtelijke handhaving houdt in dat ertoe wordt overgegaan kan worden om fout geparkeerde fietsen/bromfietsen weg te zetten. De strafrechtelijke handhaving houdt in dat, op grond van de algemene strafbepaling in de APV, aan de hand van het feitenboekje, de Boa bij een overtreding een beschikking kan uitschrijven via de handterminal op een bepaald feitnummer. De beschikking wordt op de brommer of scooter aangebracht en de informatie gaat via de handterminal naar justitie. Het CJIB maakt de acceptgiro en die wordt gestuurd aan de overtreder. Hiervoor is geen E3 bord noodzakelijk.� Ten eerste: Het kan allemaal, maar het gebeurt niet. Ten tweede: Bekeuringen hoeven dus helemaal niet aan de bestuurder in persoon te worden overhandigd, zoals b&w op 28-2-2012 hadden geschreven! Het verkeersbord E3 is trouwens wel degelijk nodig om handhaving door de politie mogelijk te maken. Toch wordt dit effectieve middel in Amstelveen niet toegepast. Uit onwil. Op 1-8-2012 reageren b&w op de vraag van de Nationale Ombudsman waarom zij geen gebruik maken van het (w�l handhaafbare) verkeersbord E3: �Het gebruik van het RVV ter handhaving van de APV lijkt ons juridisch betwistbaar.� Ook dit getuigt van onwil, want de meeste grote gemeenten in ons land gebruiken het verkeersbord E3 w�l voor dit doel, en met merkbaar succes. Die �200 bonnen� waren dus een leugen van het college, en bepaald niet de enige. Er was dus alle reden om aan de integriteit van het college te twijfelen. B&W deden ook geen enkele poging om tot een oplossing te komen. Er was alleen maar onwil. In de brief van 1-8-2012 maken b&w een terugtrekkende beweging met betrekking tot het aantal bekeuringen dat daadwerkelijk werd uitgeschreven ter handhaving van het scooterverbod: �Hij [wethouder Raat] heeft het over �meer dan 200 bonnen voor bijvoorbeeld scooters'." Dit is echter nog steeds zelfs geen halve waarheid, want die bonnen betroffen echter geen van alle overtreding van het scooterverbod in het Stadshart. Uw oordeel dat de gemeente Amstelveen bij de behandeling van alle handhavingsverzoeken sinds 2008 zou hebben voldaan 'aan hetgeen van een betrokken overheidsinstantie in redelijkheid mag worden verwacht', heeft geen grond in de beschamende werkelijkheid en is derhalve onbegrijpelijk. Handhavingsplicht, willekeur, gedogen en machtsmisbruik. In hun reactie op uw vragen in het kader van uw onderzoek van de feitelijke situatie en het daadwerkelijke beleid van b&w met betrekking tot scooters in het voetgangersgebied van het Amstelveense Stadshart, verklaren b&w: "De bestuurlijke insteek [bij de bestuursrechtelijke dan wel strafrechtelijke handhaving van het scooterverbod in het voetgangersgebied) is dat alleen handhavend wordt opgetreden bij overlast of een hinderlijke/gevaarlijke situatie, bijvoorbeeld als (brom)fietsen voor drukke in- en uitgangen geparkeerd staan." Dit betekent dat (snor)scooters en zelfs motorfietsen die overal elders in het Stadshart geparkeerd staan (en daar dus heen zijn gereden), door de gemeente 'handhavers' ongemoeid worden gelaten. (De politie bemoeit zich namelijk helemaal niet met handhaving van het scooterverbod, omdat nergens een handhaafbaar verbodsbord zoals E3 staat.) Tegen deze willekeurige beperking van de handhaving van een op zichzelf duidelijk APV-verbod zijn allerlei praktische, morele, ethische, bestuurlijke, bestuurlijksrechtelijke en andere juridische bezwaren in te brengen: De Algemene Plaatselijke Verordening van Amstelveen bevat de volgende twee artikelen waarop het scooterverbod (waarschijnlijk) gebaseerd is: Artikel 2.21 Overlast van fiets of bromfiets� 1. Het college kan op de weg gelegen plaatsen aanwijzen waar in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, dan wel ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, verboden is fietsen of bromfietsen e.d. onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan. Artikel 2.22 Overlast van (brom-/snor)fiets op pleinen, markt- en kermisterreinen e.d. � 1. In deze bepaling wordt verstaan onder een snorfiets: een bromfiets die blijkens de gegevens in het kentekenregister of het voor het voertuig afgegeven kentekenbewijs is geconstrueerd voor een maximumsnelheid die niet meer bedraagt dan 25 km/h. � 2. Het is verboden zich met een fiets te bevinden op de door het college aangewezen wegen en terreinen waar een markt, kermis, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid wordt gehouden die publiek trekt. � 3. Het is verboden zich met een brom-/snorfiets te bevinden op de door het college aangewezen wegen en terreinen, waar een markt, kermis, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid wordt gehouden die publiek trekt en door het college daartoe aangewezen plaatsen ter voorkoming van hinder voor wandelend en winkelend publiek. Volgens de door b&w op de website van de gemeente gepubliceerde 'Stadspleinregels' zijn scooters etc. overal in het voetgangersgebied van het Amstelveense Stadshart verboden, dus niet alleen voor drukke in- en uitgangen van winkels etc.. Dit staat ook op de 'APV-borden' (zonder vermelding van APV-artikel) bij de ingangen tot het Stadsplein. Op de betreffende pagina van de website van de gemeente staat: "Het college en de gemeenteraad vinden het belangrijk dat het Stadshart voor iedereen toegankelijk is. Daarnaast moet het natuurlijk ook veilig zijn. Zo moeten het Stadsplein en de winkelpassages ten alle tijden bereikbaar zijn voor de hulpdiensten en moeten bezoekers en bewoners er onbezorgd kunnen vertoeven. Om dit te bewerkstelligen zijn een aantal 'regels' opgesteld. - scooters, brommers en snorfietsen zijn verboden op het Stadsplein - fietsen mag, behalve tijdens markten en evenementen - skaters moeten met een ieder rekening houden - er mag geen (geluids) overlast gemaakt worden - tweewiellers [sic] mogen alleen gestald worden in rekken en beugels. Wanneer zij voor ingangen gestald staan kunnen ze verwijderd worden. Hulpdiensten kunnen hierdoor het gebied of winkelpassages niet bereiken waardoor de veiligheid van bewoners en bezoekers in het geding komt. Eigenaren die hun tweewieler op een andere locatie niet in een beugel of rek stallen lopen kans op een boete. Handhavers van de gemeente en de buurtregisseur zien er op toe dat de regels worden nageleefd. Bij overtreding kunnen zij een officiele waarschuwing geven of boetes opleggen." Op de APV-verbodsborden wordt verwezen naar een pagina op de website van de gemeente Amstelveen (https://amstelveen.nl/stadspleinregels) maar die blijkt niet (meer) te bestaan! B&w baseren hun 'bestuurlijke insteek' op een zelfgemaakte regel die ontleend is aan eigen interpretatie van artikelen in de APV die duidelijk bedoeld zijn om wandelaars in voetgangersgebieden te beschermen tegen de overlast, luchtvervuiling, herrie, hinder en gevaar van bromfietsen en (snor)scooters. Hiermee handelen b&w in strijd met vrijwel alle beginselen van behoorlijk bestuur zoals het zorgvuldigheidsbeginsel, het gelijkheidsbeginsel, het vertrouwensbeginsel, het motiveringsbeginsel, het rechtszekerheidsbeginsel, het verbod van d�tournement de pouvoir, het verbod van d�tournement de procedure en het fair-play-beginsel. (Zie bijlagen.) Door het parkeren van (snor)scooters etc. vrijwel overal op het Stadsplein en elders in het winkelgebied daadwerkelijk te gedogen, lopen voetgangers en spelende kinderen dus ook overal in het gebied kans een rijdende scooter tegen te komen die onderweg is naar een plek waar b&w het parkeren ervan - ondanks het offici�le verbod - niet bestraffen. Dit leidt tot hinder, gevaar, herrie en gevoelens van onzekerheid die juist vermeden hadden kunnen worden door juiste en transparante regelgeving en door effectieve handhaving daarvan. Omdat het scooterverbod w�l overal uitdrukkelijk op borden rond het Stadshart vermeld staat maar in werkelijkheid niet (helemaal) wordt gehandhaafd, ontstaat er een rechtsongelijkheid tussen mensen die zich aan regels wensen te houden en anderen die daar maling aan hebben, vooral omdat zij inmiddels weten dat dit verbod t�ch niet gehandhaafd wordt. Ter rechtvaardiging van hun gebrekkige (en dus falende) handhavingsbeleid verwijzen b&w naar het �Strategisch Meerjarenprogramma Integrale Handhaving 2011-2015�, het 'Uitvoeringsprogramma Toezicht en Handhaving' en de goedkeuring daarvan door de gemeenteraad. Daarin zijn de termen 'voetgangersgebied' en 'scooterverbod' echter niet te vinden. 'Gedogen' wel, namelijk in het hoofdstuk �Gedoogstrategie� op pagina 25 van het Meeerjarenprogramma: �Het is van belang in dit hoofdstuk over de handhavings- en sanctiestrategie�n stil te staan bij de wijze waarop de gemeente omgaat met de mogelijkheid om overtredingen te gedogen. Gedogen wordt onderscheiden in actief en passief gedogen. Van actief gedogen is sprake als het bestuursorgaan na een zorgvuldige belangenafweging de geconstateerde overtreding van wet- en regelgeving expliciet gedoogt en hiertoe een gedoogbesluit neemt waaraan tevens gedoogvoorwaarden kunnen worden verbonden.Vanzelfsprekend gelden voor het gedoogbesluit dezelfde procedurele waarborgen als voor elk ander besluit op grond van de Algemene wet bestuursrecht. Gedogen dient zo veel mogelijk in omvang en tijd beperkt te worden en slechts in uitzonderingssituaties te worden toegepast. Komt gedogen echter voort uit het onvermogen of de onwil tot handhaven (bijvoorbeeld omdat de regelgeving slecht uitvoerbaar is, de handhavende instantie slecht ge�quipeerd, er te weinig capaciteit is etc.) dan is er sprake van impliciet passief gedogen. Passief gedogen is onaanvaardbaar, omdat het bestuursorgaan op de hoogte is van de illegale situatie maar daarop niet naar behoren reageert. In voorkomende gevallen kan gedogen zorgen voor de nodige flexibiliteit, echter de gemeente Amstelveen stelt zich op het standpunt dat van de mogelijkheid om te gedogen zeer terughoudend gebruik zal worden gemaakt. Indien er in bijzondere gevallen wel tot gedogen over wordt gegaan, zal dit te allen tijde plaatsvinden in de actieve vorm zoals hiervoor omschreven.� (Zie: https://www.amstelveen.nl/web/show/file?id=50012&langid=43&contentid=9253&filename=Meerjarenprogramma_en_Uitvoeringskader_DEF2_07092011%5B1%5D.pdf ) Omdat b&w overtredingen van het algemene scooterverbod in het gehele Stadshart niet bestraffen maar het rijden met en parkeren van scooters in het voetgangersgebied toch niet willen legaliseren en daartoe dan ook geen gedoogbesluit hebben genomen, komt de 'bestuurlijke insteek' in de praktijk neer op een gedoogsituatie uit onwil of uit onvermogen vanwege budgettaire en praktische redenen. B&w noemen zelf dit zogenaamde 'passieve gedogen' - mijns inziens terecht - onaanvaardbaar. Vandaar mijn klacht, mijn herhaald verzoek om handhaving en dit herzieningsverzoek. Een gemeente moet betrouwbaar zijn. Columnist Bas Heijne schreef in NRC Handelsblad van 15/12 jl: �Bestuurlijk Nederland is geobsedeerd door autoriteit en gezag, terwijl betrokkenheid wonderen zou doen.� De overheid kan volgens Heijne veel vertrouwen herstellen door zelf eens wat betrouwbaarder te worden. Ik overweeg nu bij u een klacht in te dienen over het feit dat b&w van Amstelveen zowel tegenover u als tegenover mij herhaaldelijk hebben gelogen en gedraaid en rookgordijnen hebben opgeworpen met betrekking tot het (niet) handhaven van het scooterverbod. Ik verneem gaarne van u of u ontvankelijk en bereid bent om daarover te oordelen. Met vriendelijke groet, R.Ch. van Waning, Stadspleinbewoner, Amstelveen. Zie: https://utrecht.nieuws.nl/34534 , en https://parkeerkennis.blogspot.nl/2011/09/nader-bekeken-uitspraak-rechtbank.html �De reden dat de gemeente in het ongelijk is gesteld is dus niet zozeer dat een fiets niet mag worden verwijderd, maar dat de gemeente zich niet heeft gehouden aan haar eigen beleid.� BIJLAGEN Behoorlijk bestuur, beleidsruimte, beleidsvrijheid, zorgplicht, handhavingsplicht, gedogen, willekeur, etc. Algemene beginselen van behoorlijk bestuur https://www.buitenringnee.nl/cms/images/documentatie/abbb.pdf Verkort overzicht De overheid moet zich bij al haar handelen en besluiten houden aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Een aantal daarvan staat in de Algemene wet bestuursrecht, andere gelden als regels van ongeschreven recht. De rechter toetst overheidsbesluiten aan deze algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Zorgvuldigheidsbeginsel. De overheid moet een besluit zorgvuldig voorbereiden en nemen: correcte behandeling van de burger, zorgvuldig onderzoek naar de feiten en belangen, procedure goed volgen en deugdelijke besluitvorming. Gelijkheidsbeginsel. De overheid moet gelijke gevallen op gelijke wijze behandelen. Vertrouwensbeginsel. Wie op goede gronden -bijvoorbeeld na een duidelijke toezeggingerop mag vertrouwen dat de overheid een bepaald besluit neemt, heeft daar ook recht op. Motiveringsbeginsel. De overheid moet zijn besluiten goed motiveren : de feiten moeten kloppen en de motivering moet logisch en begrijpelijk zijn. Rechtszekerheidsbeginsel. De overheid moet zijn besluiten z� formuleren dat de burger precies weet waar hij aan toe is of wat de overheid van hem verlangt. Bovendien moet de overheid de geldende rechtsregels juist en consequent toepassen. Evenredigheidsbeginsel. De overheid moet ervoor zorgen dat de lasten of nadelige gevolgen van een overheidsbesluit voor een burger niet zwaarder zijn dan het algemeen belang van het besluit. Verbod van d�tournement de pouvoir. De overheid mag een wettelijke bevoegdheid alleen gebruiken voor het doel waarvoor die bevoegdheid gegeven is. Verbod van d�tournement de procedure. De overheid mag voor een besluit niet de verkeerde procedure volgen. Fair-play-beginsel. De overheid moet zich onpartijdig opstellen bij het nemen van een besluit en moet de noodzakelijke openheid en eerlijkheid in acht nemen. �Volgens de rechtspraak moet gedogen aan de volgende voorwaarden voldoen: - Gedogen dient in beginsel schriftelijk te geschieden; - Voor een bepaalde, zo kort mogelijke termijn; - Zo nodig onder het stellen van voorwaarden; - Na een zorgvuldige procedure.� (Bron: �De gemeente doet niets�, Advocatenkantoor In �t Veld). __________________________________________________________________________________ �Het overheidsorgaan heeft altijd de plicht om een belangenafweging te maken alvorens handhavend op te treden. Leidt de belangenafweging tot de conclusie dat in dit specifieke geval handhaving (voorlopig) niet opportuun is, dan is gedogen het gevolg. Uiteraard wordt de vrije ruimte die het overheidsorgaan bij deze afweging toekomt, ingeperkt door de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. [..] Uitgangspunt .. is dat er restrictief met gedogen dient te worden omgegaan. Gedogen dient zo veel mogelijk te worden vermeden. [..] Gedogen dient te worden vastgelegd en geconditioneerd in een beschikking. [..] Blijkens de jurisprudentie moet een gedoogbeschikking worden voorbereid en geformuleerd conform de eisen van de Awb [Algemene wet bestuursrecht]. [..] Met name in gedoogsituaties is een strikt toezicht op het naleven van de gedoogvoorwaarden geboden. [..] Vanuit handhavingsoptiek is het beter met een vergunning van doen te hebben dan met een gedoogbeschikking. [..] De gedoogbeschikking wordt openbaar bekend gemaakt. Ook daarbij wordt melding gemaakt van bezwaar- en beroepsmogelijkheden. [..] Volgens de rechtspraak dient gedogen een uitzonderlijk karakter te hebben. Uitgangspunt is immers de situatie dat er op een correcte manier uitvoering wordt gegeven aan het wettelijk stelsel. Een beleid waarin plaats is voor het categorisch gedogen van bepaalde overtredingen, wordt dan ook niet aanvaard. [..]� (Bron: �Beleidskader grenzen aan gedogen.� Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, 12 juni 2001.)___________________________________________________________________________ Rationele �willekeur�. Enkele opmerkingen over discretionaire boetebevoegdheden. Beleidsvrijheid en �willekeur� (Bron: https://rechten.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/GGSL/CRBS/ratiwi/OratieBrring.pdf ) Moet u gestraft worden? Even aangenomen dat u de wet hebt overtreden? In het bestuursrecht is op brede schaal de bestuurlijke boete ingevoerd. Afgezien van met name het socialezekerheidsrecht, gaat het om discretionaire, vrije bevoegdheden tot het opleggen van een boete. Denkt u bijvoorbeeld aan het belastingrecht, het mededingingsrecht of het arbeidsomstandighedenrecht. Ook het voorstel voor de Wet bestuurlijke boete kleine ergernissen kent een discretionaire boetebevoegdheid. Dergelijke bevoegdheden zijn vervat in een kan-bepaling: Het bestuursorgaan kan een boete opleggen. Sprake is van beleidsvrijheid, op het punt van de vraag of een boete dient te worden opgelegd. Dit doet denken aan het strafrechtelijke opportuniteitsbeginsel, dat het OM beleidsvrijheid verschaft om al dan niet tot vervolging over te gaan: De bestuursrechtelijke kan-bevoegdheden tot beboeting zijn te beschouwen als de bestuursrechtelijke pendant van het strafrechtelijke opportuniteitsbeginsel. Hoe ver strekt nu die vrijheid om al dan geen boete op te leggen? Wat betreft de mogelijkheid om van beleidsregels af te wijken merk ik op dat in het bestuursrecht, wellicht anders dan in het strafrecht, afwijking ten nadele van betrokkene categorisch is uitgesloten [..] Mijn belangrijkste bevinding is, dat in het bestuursrecht strenger aan eisen van gelijke behandeling en van kenbaarheid en consistentie van beleid wordt getoetst dan in het strafrecht [..] �met betrekking tot de wijze waarop hij gebruik maakt van zijn bevoegdheid tot het opleggen van een boete en een last onder dwangsom niet vooraf een beleid heeft ontwikkeld dat op schrift is gesteld. [..] Maar het College onderstreept de eisen van consistente beleidsvoering, en een in het licht daarvan consistente motivering. [..] Sommigen hangen de opvatting aan dat willekeur in de zin van onvoorspelbare selectiviteit bij opsporing en vervolging, in het belang van de generale preventie is: Willekeur dient de generale preventie [..] Wanneer van twee overtreders de ene niet maar de andere wel wordt vervolgd, kun je het ten opzichte van het slachtoffer niet maken dat, enkel om redenen van gelijke behandeling, ook die tweede overtreder de dans ontspringt. Dergelijke idee�n over rationele �willekeur� leven sterker in het strafrecht dan in het bestuursrecht. [..] Het is een van mijn kleine ergernissen dat gemeentelijke notaschrijvers hun beleidsregels vaak niet helder in kaart weten te brengen. Misschien helpt een wettelijke plicht tot het vaststellen van beleidsregels. En anders maar op cursus |